Theaterplein in vogelvlucht
Iedereen die wel eens de beroemde Vogeltjesmarkt in Antwerpen heeft bezocht, weet dat de sfeer voornamelijk wordt gecreëerd door de markt zelf en veel minder door de omgeving.
Het gebied voor en naast de stadsschouwburg was nogal rommelig.
Niveauverschillen op het plein en het bunkerachtige karakter van de schouwburg met de kolossale betonnen vluchttrappen maakten de plek, zeker als er geen markt was, tot een onaangename plek om te vertoeven.
Maar dat is nu geheel anders.
Het Theaterplein is flink onder handen genomen, de stadsschouwburg heeft na een verbouwing een vriendelijk aanzicht gekregen en de straten in de directe omgeving zijn opnieuw aangelegd.
Luifel
Verantwoordelijk voor deze herinrichting zijn de Italiaanse stedenbouwkundigen Bernardo Secchi en Paola Viganò.
Dit duo is al jaren actief in België, onder andere in Mechelen en Kortrijk, en heeft daar een goede reputatie opgebouwd.
In Antwerpen hebben de ontwerpers een eenvoudige, heldere en toch krachtige ingreep gedaan.
Ze hebben over bijna de helft van het plein een luifel aangebracht.
Deze ingreep deelt het plein in tweeën, maar de eenheid blijft behouden.
Daar zijn twee belangrijke redenen voor te geven.
De eerste is dat er geen niveauverschillen (meer) zijn en de tweede is dat de hoogte van de luifel zo’n 20 meter boven de hoofden van de marktbezoekers zweeft.
Het niet-overkapte gedeelte is nu ingericht als een stadstuin.
Onder de luifel vindt behalve de zondagse vogeltjesmarkt op zaterdag ook nog de vreemdelingmarkt plaats.
Met zoveel marktbezigheden op het plein is het van belang om ook goed naar de ondergrond te kijken.
De kleur van de vloer is met het oog op vervuiling dan ook zo donker mogelijk gehouden.
In het ter plaatse gestorte gepigmenteerde beton zijn bovendien toevoegingen verwerkt om de oppervlaktestructuur zo dicht mogelijk te houden.
Transparant
Voor de constructie van de luifel is Dirk Jaspaert, oprichter van het Bureau voor Architectuur en Stabiliteit, afgekort BAS, uit Leuven verantwoordelijk.
Jaspaert: ‘De berekeningen en de dimensioneringen zijn onderworpen aan een keuring door een onafhankelijk controleorganisme, dat soms voor opdrachtgevers en soms voor verzekeringen een bijkomende controle doet op de berekeningen en de uitvoering en op de werf.
Die is ook akkoord gekomen, maar die hebben wel de nodige vragen gesteld, bijvoorbeeld over de trappen die slank vormgegeven moesten worden. Daar hebben wij mee overlegd, totdat ze volledig tevreden waren.’
De trappen zijn een belangrijk sculpturaal element in het ontwerp: ze vormen een begrenzende wand die toch transparant is.
Die transparantie was belangrijk, omdat voor de appartementen aan die zijde van het plein, de Meistraat, de zichtlijnen niet doorbroken mochten worden.
‘We hebben een hele tijd met dat controleorganisme gebakkeleid omtrent de bewegingsfrequentie van die trappen, of dat nou echt van belang was of niet.
In het begin waren daar een beetje moeilijkheden over, maar na verloop van tijd heeft men toch besloten dat het maar een comfortcriterium was.
Om die nog stijver te gaan maken, was onverantwoord, daarmee zou de esthetiek verloren gaan.
Als je nu op die trappen loopt, heb je niet het gevoel dat het zeer trillingsgevoelig is.’
Bij de berekening van de luifel speelt de windbelasting een belangrijke rol.
De luifel zelf is via de kolommen verankerd aan de onder het plein gelegen reeds bestaande parking.
Die ligt niet over de volledige breedte van het plein, maar onder ongeveer de helft.
Het grid van de kolommen voor de luifel is gelijk aan het grid van de parking.
De kolommen die buiten het veld staan, hebben een aparte puttenfundering gekregen.
Overigens is de oorspronkelijke ingang tot de parkeergarage verplaatst.
Dit was nodig vanwege de hernieuwde inrichting van het niet-overdekte gedeelte van het plein met veel groen.
Zweven
De hoofddraagconstructie van de luifel ligt parallel aan de voorgevel van de schouwburg.
Deze bestaat uit liggers waaraan secondaire balkjes zijn opgehangen.
Aan deze secondaire balkjes hangen de eigenlijke draagprofielen voor de glasconstructie.
Jaspaert: ‘ opbouw heeft het effect dat als je van onderaf naar het glas kijkt je de indruk hebt dat het lijkt te zweven – mede doordat de glasprofielen smaller zijn dan de erboven gelegen secondaire liggers – wat mooi is.’
Zestig lichtpunten versterken ‘ avonds dit effect.
De belichting van het plein zit boven de beglazing van de luifel en verlicht het plein dus door het glas heen.
Bij de keuze voor het soort glas waren twee aspecten van belang: de veiligheid en het onderhoud.
Er is gekozen voor gelaagd en gehard waar een speciale coating op is aangebracht die de vervuiling tegen gaat, althans het vastzetten daarvan.
Bovendien kan de luifel gewoon belopen worden, dus is het schoonhouden van het glas eigenlijk niet zo moeilijk.
Wat betreft de kleur is er een onderscheid gemaakt tussen de kolommen en de constructie van de bovenbouw die helemaal wit geschilderd is en de trappenpartijen en de doorvalbeveiligingen die daar mee gepaard gaan, die allemaal verzinkt zijn.
Het is juist de terughoudendheid in kleur en materiaalgebruik die maken dat deze grootse, maar ook eenvoudige ingreep niet alleen het plein, maar ook de aangrenzende straten beter tot hun recht laat komen.
Maar misschien nog belangrijker: de marktkooplieden van de Vogeltjesmarkt, of op z’n Vlaams Vogelenmarkt, staan nu altijd droog.
Bouwheer: Stad Antwerpen
Ontwerp: Studio Associato Secchi-Viganò, Milaan
Constructie: Dirk Jaspaert, Bureau voor Architectuur en Stabiliteit, Leuven ism Marc de Kooning
Uitvoering: Antwerpse bouwwerken, Antwerpen; CSM, Hamont-Achel (staalwerken)
GevelBouw, nr. 4, jaargang 5 | december 2008