Londen, Coleman Street op ArjanStadhouders.nl

Coleman Street – Londen

Esthetisch duurzaam


In de City van Londen wordt veel en vooral hoog gebouwd. In het deel achter de St. Paul’s Cathedral hebben de gebouwen een bescheiden hoogte. Dat komt omdat hier de St. Paul’s Height Code geldt. Deze code moet ervoor zorgen dat de kathedraal niet achter hoge gebouwen verdwijnt. Om hier op te vallen, moet je je op architectonisch vlak onderscheiden. De nieuwbouw op One Coleman Street is daar een goed voorbeeld van.

De plannen voor One Coleman Street kregen in 2001 definitief gestalte toen het Austral House, een kantoorgebouw uit 1960 dat zoals meer gebouwen uit die periode de tand des tijd niet kon doorstaan, werd gesloopt. Op de aantrekkelijke locatie in het zakencentrum van Londen op de hoek Coleman Street en London Wall moest meer mogelijk zijn. Dat is gelukt. Nog tijdens de ontwerpfase vond levensverzekeraar Legal & General de plannen voor het gebouw zo aantrekkelijk dat zij hier hun nieuwe hoofdkantoor in wilden vestigen.



Glooiend

Architectenbureau Swancke Hayden Connell International heeft samen met David Walker Architects, een voormalig medewerker die voor zichzelf is begonnen, lang aan het ontwerp gesleuteld. Al vanaf het eerste ontwerp stond de plattegrond wel vast: een dennenappelvorm die met z’n ronding de glooiende loop van London Wall volgt. De plannen voor de gevel zijn in de loop der tijd wel flink veranderd. In het eerste ontwerp bestond de gevel nog vooral uit glas en horizontale lamellen. Een aantal ontwerpronden verder is voor een totaal ander gevelbeeld gekozen. Er is beter ingespeeld op de vorm van het gebouw en er is meer aandacht gekomen voor een gunstig energieverbruik in het gebouw. In dit definitieve plan worden prefab betonelementen gerangschikt in een geometrische compositie die de kromming van de plattegrond volgt. Het resultaat is een reeks in elkaar grijpende en alternerende elementen met afgeschuinde en glimmend glad gepolijste oppervlakken.

De hoofddraagconstructie van het gebouw bestaat uit twee betonnen kernen die zijn opgebouwd uit prefab betonelementen. Het voordeel van het gebruik van een constructie met vooraf gefabriceerde betonplaten was dat het werk op de bouwplaats heel snel ging. Binnen zes weken stonden de beide kernen en kon de bouw van de staalconstructie worden gestart. Aan deze staalconstructie is de prefab betonnen gevel opgehangen.


Wit gepolijst

Met de opvallende gevel onderscheidt het gebouw zich duidelijk van de omliggende gebouwen, met de wit gepolijste betondelen die per verdieping op een andere manier schuin geplaatste ramen omvatten en toch de ronding van de gevel blijven volgen. Het lijkt een complex geheel, maar toch zijn er normale verbindingen tussen kolommen en liggers toegepast. Vanwege de ronding van de gevel moesten alle elementen heel precies gefabriceerd worden om exact op elkaar aan te kunnen sluiten. Daardoor zijn bijna alle elementen net iets verschillend. Toch waren er maar drie mallen nodig voor de prefab elementen: één voor de kolommen op de begane grond, één voor de kolommen op de verdiepingen en één voor de horizontale liggers. Het Belgische betonbedrijf Decomo is verantwoordelijk voor de productie van de gevelelementen. Zij hebben een ingenieus bekistingsysteem ontwikkeld om alle elementen te kunnen vervaardigen. De verschillende elementen konden met eenzelfde mal worden gemaakt door de stalen bekisting via een schuifsysteem iets langer of iets korter te maken. Elk stuk werd iets te groot gedimensioneerd, zodat er 2 tot 3 mm van het oppervlak kon worden gepolijst.




Constructie

De gevels bestaan uit een afwisseling van smalle, groen en blauw gekleurde en transparante glaspanelen en met glas beklede aluminium panelen. De kleuren verwijzen naar de groen- en blauwgestreepte doeken die de marktkramen voor de deur overdekken. De voorgevel steunt nergens op de grond, maar hangt aan zeven duidelijk zichtbare, zware IPE-liggers op het dak. Deze balken liggen op hun beurt op een betonnen sway frame, een constructie waarbij de stabiliteit door de structuur van balken en kolommen zelf wordt gegarandeerd. Het internationaal bekende ingenieurbureau Arup kwam hiermee tegemoet aan de eis om flexibele ruimten te creëren, zonder veel dragende binnenwanden. De betonconstructie bestaat uit een combinatie van in het werk gestorte kolommen en balken met prefab geribbelde vloerstroken.

Een belangrijk kenmerk van de constructie is dat veel beton zichtbaar is gebleven. Ondanks de verschillen tussen de prefab en de in het werk gestorte elementen, ziet het geheel eruit als een monolithisch blok. Er is veel onderzoek gedaan naar een manier om kleurverschillen tussen de onderdelen te vermijden. Verschillende betonmengsels werden getest in mock-ups voordat de aansluitingen tussen prefab en gestort beton op de bouwplaats werden voltooid. Het zichtbare beton heeft niet alleen het voordeel dat het er esthetisch goed uitziet, maar het heeft ook een functie in de klimaatbeheersing van het gebouw. Het beton fungeert namelijk als opslag voor thermische energie doordat het overdag warmte opneemt en het tijdens koelere perioden weer vrijgeeft.


Restmaterialen

Een belangrijk thema voor het project One Coleman Street was dat er zoveel mogelijk duurzame materialen werden gebruikt. Om te komen tot het gewenste beton werden daartoe vele mengsels getest. Uiteindelijk werd gekozen voor een mix van milieuvriendelijk materialen. De definitieve betonmix bevat onder andere stent, een restproduct dat overblijft bij de productie van porseleinaarde uit graniet en dat gewoonlijk direct op de afvalhoop verdwijnt. Een ander bestanddeel is poederkoolvliegas, een restproduct van kolengestookte elektriciteitscentrales. Dit materiaal wordt wel vaker in beton verwerkt, maar niet in de hoeveelheid die hier is toegepast: tot wel 50% in plaats van de 5% die gebruikelijk is. Bovendien is alle wapening vervaardigd van 100% gebruikt, oud metaal. De toepassing van deze materialen hebben ervoor gezorgd dat One Coleman Street de Sustainability Award 2007 heeft gekregen.


Montage

Voor de bevestiging van de betonelementen aan de stalen constructie, zijn aan de achterzijde van zowel de kolommen als de liggers stalen U-profielen ingestort. Deze profielen rusten op consoles aan de staalconstructie en worden met bouten en moeren verankerd. Door de slobgaten was er een tolerantie van 30 mm.

Totdat de elementen daadwerkelijk op hun plek werden gezet, kon niet met zekerheid worden gezegd of alles precies zou passen of niet. Elke verdieping is net iets anders en alle elementen moesten daardoor net iets anders worden uitgelijnd ten opzichte van de andere. Daarom werd ter plekke een GPS-systeem gebruikt om bij de montage de exacte positie van elke kolom apart te bepalen. Aan de hand van deze gegevens konden de liggers zo goed mogelijk aan de kolommen worden bevestigd. In essentie betekende deze methode dat er een theoretisch risico bestond dat eventuele intoleranties consequenties hadden voor de plaatsing van de kozijnen. Het gebruik van GPS werkte echter zo nauwkeurig dat alle kozijnen er uiteindelijk keurig inpasten. Het terugliggende zwart geanodiseerde aluminium tussen de gevelelement en de in roestvrij staal gevatte ramen vormt de finishing touch.


Opdracht: Stanhope, London
Ontwerp: Swanke Hayden Connell Architects ism David Walker Architects
Advies: ARUP, Londen


GevelBouw, nr. 1, jaargang 5 | april 2008


terug >>